Gerechtshof Amsterdam, 4 juni 2013, LJN: CA3750

Onderverhuurder huurt woning van eigenaar. Onderverhuurder heeft elektriciteit in de woning geleverd gekregen op grond van een overeenkomst met een leverancier van elektriciteit. Liander is de netbeheerder en de leverancier heeft mede namens de netbeheerder de verbruikte energie afgerekend. De onderverhuurder heeft de woning aan een derde partij onderverhuurd. Enige tijd later is in de woning een hennepplantage aangetroffen. Vastgesteld is dat er elektriciteit voor de meter is afgetapt. Het verbruik van ongeregistreerde elektriciteit wordt geschat op 25.435 kWh. Verder moest de meetinrichting worden vernieuwd en de hoofdbeveiliging worden verlicht. In eerste aanleg heeft de rechtbank de vordering van Liander toegewezen oordelende dat er tussen partijen een overeenkomst tot transport van elektriciteit tot stand is gekomen en de onderverhuurde in de nakoming van haar uit deze overeenkomst voortvloeiende zorgplicht is tekort geschoten. In hoger beroep bevestigt het hof dat er tussen partijen een overeenkomst tot stand is gekomen, de onderverhuurder aansprakelijk is voor vergoeding van de schade die door het handelen van haar onderhuurder is ontstaan, nu dat handelen haar kan worden toegerekend (zij huurde de woning voor EUR 310,00 per maand en verhuurde illegaal onder voor een bedrag van EUR 600,00 per maand). Toch wordt het vonnis gedeeltelijk vernietigd, namelijk voor wat betreft de toewijzing door de rechtbank van de BTW over het leveringsdeel en transportdeel tot aan de omvang van het geschatte administratieve netverlies. Voor het overige blijft de veroordeling van kracht, met compensatie van de proceskosten in hoger beroep.

Volledige uitspraak

Laat een reactie achter

Your email address will not be published. Required fields are marked *